De term breindiversiteit (of neurodiversiteit) verwijst naar een andere visie op leer- en ontwikkelingsstoornissen. Het betekent simpelweg: “verschillende manieren van denken.”
Deze benadering wijst de term “stoornis” af en ziet dyslexie, dyscalculie, dysorthografie, ADD en AD(H)D, autisme en hooggevoeligheid als een menselijke variant van de natuur. Zoals we ook biologische en culturele diversiteit hebben, is er ook neurodiversiteit. Er is geen standaardbrein.
De uitdaging is om het idee los te laten dat slechts 1 manier van denken het enige correcte denken is en al de rest te benoemen als een stoornis of afwijking.
Toch voelen velen zich anders, krijgen opmerkingen over structuur en taalgebruik of ervaren problemen in hun studies. Dit heeft niets te maken met intelligentie. Integendeel! Maar door negatieve ervaringen kunnen mensen met een leer- of ontwikkelingsstoornis langzaamaan vervreemd geraken van hun eigen identiteit en stress en faalangst ontwikkelen.
Het begrip breindiversiteit geeft ons de kans om iedereen terug in zijn/haar kracht te plaatsen. Als jij jouw dyslexie of AD(H)D niet meer ziet als een stoornis maar als een unieke manier van denken, ontstaat er rust en ontspanning.
Deze manier van denken wordt beelddenken of conceptueel denken genoemd. Het is juist dat wat jou uniek maakt. Vanuit deze mindset kan je dan op zoek gaan naar strategieën die wel werken voor jou.
Niemand wil het gevoel hebben dat ze de afwijking zijn van de norm. Daarom is het belangrijk om de norm zelf ter discussie te stellen, gewoon omdat je brein anders mag zijn.